Skip to main content

Publicatiedatum: 12/05/2014

Er wordt met hoop en vrees uitgekeken naar het subsidiekader voor de strategische partnerschappen met NGO’s dat een dezer dagen uit zal komen. Met hoop, omdat, zoals verschillende directeuren in Vice Versa al aan hebben gegeven, het een mogelijkheid biedt om de beleidsbeïnvloeding en waakhondrol verder gestalte te geven. Hoop ook omdat het tenminste duidelijkheid zal bieden waar eenieder aan toe is en wat er precies verwacht wordt. Maar toch ook vrees, omdat de financiële kaders beperkt zijn en er maar een beperkt aantal partnerschappen afgesloten kan worden. Niemand wil buiten de boot vallen. En voor en achter de schermen worden partners ten dans gevraagd voor de aankomende tango. Voor de drinwater en sanitatie (WASH) sector put ik toch vooral hoop uit de aankomende partnerschappen, omdat het de juiste vrees voor NGO’s bevordert.

Trojaanse paarden

Met de woorden TimeoDanaos et donaferentes (ik ben bang voor de Grieken, zelfs als zij geschenken brengen) beschrijft Vergilius in zijn Aeneis wellicht het meeste beruchte geschenk uit de geschiedenis: het Paard van Troje. Mocht hij in de drinkwater en sanitatie sector werken, dan zou hij eraan toevoegen: ‘Ik ben bang voor NGO’s, zelfs als zij geschenken brengen.’ Want veel van de geschenken die NGO’s hebben gebracht zijn Trojaanse paarden gebleken. De verhalen zijn bekend: de ruzie binnen de gemeenschap over de betaling van het onderhoud van de pomp; de penningmeester van het watercomité die er met de kan vandoor gaat; en de toiletten die geen comfort bieden maar juist een broedplaats zijn van ziektekiemen.

In zijn recente artikel in dit blad, illustreert Rinus van Klinken dit met een case study uit Tanzania. Ook de cijfers liegen niet: 1 op de 3 handpompen in Afrika is kapot. Van degenen die wel werken, voldoet een groot deel niet aan eisen rondom water kwaliteit of toegankelijkheid. Er is zelfs een website met de trieste statistieken over het kerkhof van kapotte pompen en ingestorte WC’s.

Een gegeven pomp moet je wel in de mond kijken

Een deel van het probleem ligt erin dat de aandacht binnen de sector uitgaat naar de eerste aanleg van een water systeem of een toilet, en dat die nog teveel wordt gezien als het geven van een geschenk. Foto 1 is een kleine bloemlezing van de begeleidende kaartjes met de naam van de gulle gevers die de geschenken brachten. Campagnes zijn nog te vaak geframedmet slogans als ‘voor-slechts-25-Euro-geeft-u-dit-kind-toegang-tot’-water’ en ‘doneer een WC aan deze familie.’

Foto 1: zomaar een selectie van de gulle gevers van water en sanitaire geschenken

Echter, een gegeven pomp moet je wél in de mond kijken: is ze wel goed geïnstalleerd? Hoeveel gaat het jaarlijks onderhoud kosten? En wie gaat dat betalen? Kan de gemeente technische ondersteuning bieden als er groot onderhoud plaats moet vinden? Deze vragen worden natuurlijk wel gesteld bij water en sanitatie projecten. Maar de lastige antwoorden op deze vragen worden vaak niet ten uitvoer gebracht. Het zou immers betekenen dat een deel van het geld niet gaat naar extra toiletten maar naar minder sexy kostenposten als salarissen van de gemeentelijke onderhoudsdienst, het uitvoeren van permanente hygiëne campagnes of de lopende rekening van de zuiveringsinstallaties.

Wat dat betreft moeten vooral NGO’s gevreesd worden. Te vaak werken zij alleen met lokale gemeenschappen maar niet met de overheden die zorg kunnen dragen voor de langdurige watervoorziening. Hun financieringsmodellen zijn vaak project-gebaseerd en kunnen alleen het eerste geschenk dekken, maar niet de lopende kosten. En wellicht het meest cruciaal, de NGO projecten kunnen de legitimiteit van de lokale overheden als publieke dienstverleners ondermijnen.

Een aantal uitzonderingen daargelaten (zoals humanitaire situaties), zie ik dan ook niet dat NGO’s een dienstverlenende rol moeten hebben in drinkwater en sanitaire voorzieningen. Het stemt me dan ook hoopvol dat in de strategische partnerschappen geen ruimte is voor deze rol voor NGO’s. Het geld daarvoor moet maar elders gevonden worden, en wat mij betreft met grote terughoudendheid.

Het is de juiste keuze van de minister dat NGO’s gevreesd moeten worden in een andere rol: als waakhond en beleidsbeïnvloeder. Het zijn immers niet alleen NGO’s die water en sanitatie cadeautjes uitdelen. Mening burgemeester heeft campagne gevoerd onder het motto ‘stem op mij, en ik schenk uw dorp een nieuw riool’ of ‘met mij als burgemeester, krijgt u gratis water’. Om, er later achter te komen dat dergelijk gratis bier niet bestaat. Ook zij willen vaker bezuinigen op onderhoud, en het geld besteden aan een nieuw reservoir, waarvan ze dan het lintje door kunnen knippen. Zulke geschenken vanuit de (lokale) overheid zijn net zulke Trojaanse paarden gebleken als die van NGO’s. Als waakhond kunnen NGO’s er op toe zien dat gemeentelijke waterbudgetten op de juiste wijze worden besteed: niet alleen aan nieuwe systemen, maar ook aan het onderhoud van de bestaande, en als capaciteitsopbouwers kunnen ze gebruikersorganisaties ondersteunen om betere voorzieningen te krijgen en inzicht in hoe die worden beheerd. Overheden moeten een zekere mate van vrees hebben voor NGO’s, die om rekenschap vragen en de watervoorzieningen met Argusogen bekijken, of die een stapel track changes aanleveren op een nieuw beleidsdocument. Natuurlijk, dit moet wel een kritisch constructieve relatie zijn. Aan NGO’s die langs de kant staan te roeptoeteren dat alle waterleiding bedrijven corrupt zijn, dat alle politici maar zakkenvullers zijn, en dat het nooit meer goed komt, zit niemand te wachten. Noch zullen we baat hebben bij overheden die verwachten dat NGO’s braaf bij het kruisje tekenen van het voorgestelde nieuwe waterbeleid.

Foto 2: Maar hoe ligt het watersysteem erbij een jaar nadat het lintje is door geknipt?

Ik hoop op een mooie tango waarbij het maatschappelijk middenveld en overheden om elkaar heen draaien, en elkaar beurtelings afstoten en aantrekken. En ach, er zal wel eens iemand op de tenen van zijn of haar partner gaan staan, een misstap maken of uit de maat dansen. Maar dat is minder te vrezen dan een sector waarin de NGO’s doorgaan met het uitdelen van Trojaanse paarden.

 

 

 

 

Disclaimer

At IRC we have strong opinions and we value honest and frank discussion, so you won't be surprised to hear that not all the opinions on this site represent our official policy.

Back to
the top